top of page

Cursus Systems Engineering voor Patiënten: Les 7: Actie!

  • henrymulder
  • 1 uur geleden
  • 5 minuten om te lezen

ree

Het is bijna rond. We kunnen bij onze gegevens, linksom of rechtsom, met API’s of AI-agents. Daarmee is het mogelijk:

  • je eigen gezondheidsdoelen, gestructureerd in Positieve Gezondheid te formuleren

  • omstandigheden, geclassificeerd volgens ICF vast te leggen

  • en met QFD je eigen House of You (HoY) laten vullen met interventies die passen bij jouw aandoening(en) en leefstijl.


Die interventies kun je vervolgens via E–M–F–Fe koppelen aan je doelen en met een heatmap de combinaties van doelen en interventies vinden die elkaar versterken. Kortom: het Oriënteren in de OODA-loop is een serieus project op zich zoals we in eerdere lessen zagen.


Maar we hebben een resultaat. Op mijzelf betrokken over alle 42 gezondheidsaspecten en 44 interventiegebieden komt wel degelijk een helder zwaartepunt naar voren die de basis is voor het verder verbeteren van de gezondheid.


Van analyse naar iets schijnbaars eenvoudigs: snackgedrag


Gedurende het proces van oriënteren kristalliseerde zich in mijn geval de meest voor de hand liggende interventie die pijnlijk simpel lijkt: mijn snackgedrag in de avond veranderen.


Dat lijkt makkelijk, “gewoon niet meer snacken”, maar iedereen die ooit met een zak chips en Netflix op de bank heeft gezeten, weet: zo werkt het dus niet. De interventie zit wat ingewikkelder in elkaar om beter met het gevoel van trek hebben om te gaan en natuurlijk die dingen die al best goed gaan ook te blijven doen. Tijd voor wat extra kennis.



De Cirkel van Verandering: waar zit ik eigenlijk?


De "Cirkel van Verandering" is de Nederlandse benaming voor een van de meest gebruikte modellen in de psychologie en gezondheidszorg om te begrijpen hoe mensen hun gedrag veranderen. Het model staat officieel bekend als het Transtheoretisch Model (TTM) en is ontwikkeld door de psychologen James Prochaska en Carlo DiClemente in de jaren '80.


De Cirkel van Verandering (CvV) laat keurig zien wat er normaal gebeurt bij leefstijlverandering:

  1. Voorstadium: je ziet de gegevens maar je denkt: “Er is misschien wel iets… maar nu even niet.”

  2. Overwegen: je gaat dingen uitzoeken, lezen, lijstjes maken, (of start een cursus SE voor patiënten!)

  3. Beslissen: je hebt voldoende informatie en resources om te zeggen: “Ja, ik ga hier echt iets aan doen.”

  4. Actie: je gaat het dóen.

  5. Volhouden: je probeert het nieuwe gedrag vast te houden.

  6. Terugval: geen bug, maar een feature: hoort er gewoon bij.


Met al die data, modellen en heatmaps zitten we duidelijk niet meer in het voorstadium. Ik ben voorbij Overwegen, bezig met Beslissen en schuur tegen Actie aan. Alleen nog even goed voorbereiden.


Het is hier belangrijk om de CvV en OODA van elkaar te onderscheiden. De CvV is een momentane toestand van het onderwerp, de missie van leefstijl verbetering rond een individu. Deze toestand, uitgedrukt in welke fase van de cirkel het onderwerp zit en onder welke omstandigheden, is wat we observeren. De stappen in de OODA-loop zijn in de praktijk continue en parallelle processen die elkaar met terugkoppeling (reageren) en mee-koppeling (anticiperen) beïnvloeden en weer invloed hebben op de toestand.


Terug naar de casus.


Wat werkte eerder? De Corona-les


Als ik de schaalvraag uit oplossingsgericht werken erbij pak (om compleet te zijn, de grondleggers hiervan zijn Insoo Kim Berg en Steve de Shazer, ook in de jaren '80) :


“Op een schaal van 0–10, wanneer was je snackgedrag beter op orde?”


Dan kom ik verrassend genoeg uit bij de Corona-periode:

  • minder fysieke sociale momenten

  • minder tijd om te denken aan eten want druk met werk

  • minder impulsen om “voor de leuk” te snacken


Die omstandigheden zijn nu anders. Je hebt altijd wel wat in huis “voor het geval dat” er bezoek komt en je zoekt toch weer de gezelligheid op de bank met iets te eten.


De interventie richt zich daarom niet op “wilskracht verhogen”, maar op het veranderen van de omstandigheden om niet toe te hoeven geven aan wat ik maar mijn snackverslaving noem: bijvoorbeeld de automatische koppeling tussen ’s avonds op de bank en iets in mijn mond moeten hebben.



Micro-interventies: stapelen op wat er al is


De kracht zit niet in één grote maatregel, maar in micro-interventies die je stapelt op bestaand gedrag; habit stacking.


Een paar voorbeelden in mijn eigen casus:


  • De hond als ritmische anker. De hond moet toch uit. Dat vaste ritme kun je gebruiken:

    • na de laatste wandeling géén snackmoment meer, maar:

      • kop thee

      • korte ontspanning

      • dag afsluiten

  • Snacks vervangen; niet het gevoel. Het gevoel “ik wil iets nemen” hoeft niet weg.

    Wat je inneemt en wanneer, kun je wél veranderen:

    • thee of water in plaats van chips

    • een klein, gepland snackmoment eerder op de avond, in plaats van gedachteloos grazen tot bedtijd

  • Routine stapelen op bestaande patronen. Bijvoorbeeld:

    • na het avondeten direct de keuken opruimen, het gezonde toetje plannen om 20.00 uur en een kop thee om 21.00

    • tandenpoetsen

    • daarna geen eetmomenten meer, maar wel het registreren van de voedselinname en daarvoor ga ik gebruik maken van Mijn Eetmeter van het Voedingscentrum.


      Registratie wordt dan de symbolische “dagafsluiter”.


Dit zijn allemaal kleine ingrepen, maar bewust gekozen en gekoppeld aan bestaande routines. Niet heroïsch, wel effectief. Ten minste daar ga ik van uit.


Van intentie naar planning


Nu is het tijd voor de Actie in de OODA-loop en dat moet je plannen:

  • tijd voor GLI-coaching, beweging, slaap, ontspanning

  • mensen: diëtist, fysio, (mentale) coach, POH somatiek, partner, hond/wandelmaatje, beweegbegeleider in de sportschool en eventueel lotgenoten

  • middelen: apps, wearables, smart devices, online programma’s


In de gezondheidszorg worden resources per interventietype en handeling gepland in allerlei systemen van de verschillende betrokken organisaties. Elke instelling heeft zijn eigen planning en planningssysteem. De echte uitdaging is de orkestratie van al die systemen rondom één persoon: jij.



OZO verbindzorg als regietool


Daarom ga ik in deze context OZO verbindzorg gebruiken. Deze omgeving integreerd met de eigen systemen van de betrokken organisaties en is in veel gebieden in Nederland beschikbaar. Dat is ook hun kracht, het grote aantal aangesloten partijen. Tot nu toe veelal gebruikt in de ouderenzorg, maar naar mijn inschatting ook te gebruiken in elk type netwerk waar agenda's en informatie moeten worden gecoördineerd.


Het helpt het om:

  • afspraken en acties te plannen

  • betrokken professionals én naasten rond dezelfde cliënt (ik dus) te organiseren

  • de informatie makkelijk te delen in een veilige omgeving



Samengevat:


  • De data en modellen helpen je oriënteren: wat speelt er, wat werkt mogelijk voor jou?

  • De cirkel van verandering laat zien waar je staat.

  • De Corona-ervaring toont: context doet ertoe.

  • Met micro-interventies en habit stacking maak je het concreet en klein.

  • Met tools als OZO verbindzorg zorg je dat al je mensen en middelen om je heen meebewegen.


En ja, de kans op terugval blijft altijd bestaan. Maar als de hond, de thee, je GLI-coach en je planning samen een beetje optrekken, is de zak chips ineens niet meer de enige speler in de avond.


Fase 2


Nu hebben we fase 1 van deze cursus bijna afgerond. Volgende week is de wrap-up door met systems engineerings ogen naar de ontstane architectuur versie 0.5 te kijken, hoe deze vast te leggen en een doorkijkje naar fase 2, na de decompositie en 'proof of concepts' in fase 1, de pilot (N=1) om het hele ondersteuningssysteem (OS) operationeel te integreren en de werkbaarheid te ondervinden en de opschaling voor te bereiden (de verificatie).



 
 
 

Opmerkingen


Featured Posts
Recent Posts
Search By Tags

CC BY SA 4.0   2025  Aptavivar. Proudly created with Wix.com

bottom of page